• Beperkingen van EMDR

  • Waardoor kan het effect van EMDR worden ondermijnd en wat kan er niet bij EMDR ?

    Hoewel EMDR een krachtige techniek is voor traumaverwerking, is het geen universele oplossing en zijn er situaties waarin voorzichtigheid of aanpassing nodig is. Hieronder vind je een overzicht van belangrijke beperkingen en aandachtspunten.

    ⚠️ 1. Voorzichtigheid bij dissociatieve stoornissen (zoals DIS):
    Bij cliënten met een verhoogd risico op dissociatie, en met name bij een Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS) of stoornissen binnen het DIS-spectrum, is bijzondere zorg vereist. DIS ontstaat vaak ten gevolge van langdurig, complex en structureel trauma reeds heel vroeg in de ontwikkeling (doorgaans aal voor de leeftijd van 5 jaar). De persoonlijkheid van de betrokkene kan zich opsplitsen in verschillende delen (alters) die los van elkaar functioneren – als psychisch overlevingsmechanisme. In zulke gevallen is EMDR niet aangewezen als primaire methode, tenzij binnen een zorgvuldig uitgebouwde co-begeleidingstraject met specifieke expertise.  

    👉 Lees Hier: Meer informatie over "Co-begeleiding" van DIS/MPS

    ⚠️ 2. Complexe en diepgaande persoonlijkheidsproblematiek:
    Het effect van EMDR kan verstoord worden door ernstige of onbehandelde persoonlijkheidsproblemen, vooral wanneer de cliënt hier nog geen inzicht of ondersteuning in heeft gekregen.

    Clusters volgens DSM-classificatie:
    • Cluster A (excentriek): Paranoïde, schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis
    • Cluster B (dramatisch/emotioneel): Borderline, antisociale, narcistische, theatrale of histrionische persoonlijkheidsstoornis
    • Cluster C (angstig/vermijdend): Afhankelijke, ontwijkende of obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

    Let op: een lichte vorm van persoonlijkheidsproblematiek vormt geen grote belemmering voor EMDR, zolang er bereidheid is tot zelfreflectie en samenwerking binnen het proces. Daarom wordt bij vermoeden van persoonlijkheidsproblematiek tijdens de intakefase standaard een persoonlijkheidsscreening uitgevoerd (bv. via SCID-5 SPQ/PD). Zo kan ik een inschatting maken van de impact op de verwerking en bekijken of EMDR op dat moment geschikt is.

    🚫 3. Belemmerende factoren in de therapierelatie of motivatie.
    (Secundaire) Ziektewinst: Wanneer iemand (al dan niet bewust) voordeel haalt uit het in stand houden van klachten (bv. financiële compensatie, extra zorg, aandacht of ontlasting van verantwoordelijkheden), is therapie – inclusief EMDR – doorgaans weinig effectief.
    Negatieve therapiehouding: Weinig bereidheid tot samenwerking of een uitgesproken negatieve houding ten opzichte van therapie kan de werkzaamheid ernstig beperken.
    Zwakke ego-structuur of onvoldoende innerlijke stabiliteit: (zie ook Persoonlijkheid en DIS)
    In deze gevallen wordt eerst gewerkt aan versterking via resourcing, vóór aan de daadwerkelijke traumaverwerking begonnen wordt.

    🚫 4. Contra-indicaties
    Split-brain-operatie:
    Personen die deze ingreep hebben ondergaan – waarbij de verbinding tussen de hersenhelften is doorgesneden – komen niet in aanmerking voor EMDR. De hersenhelften functioneren dan dermate gescheiden dat de bilaterale stimulatie (die essentieel is voor EMDR) niet langer op een betrouwbare manier effect heeft.

    Epilepsie die niet onder controle is:
    Bij personen met actieve of niet gereguleerde epilepsie, wordt EMDR niet aanbevolen. De visuele, auditieve of tactiele stimulatie tijdens EMDR kan, bij onvoldoende (medicamenteuze) stabiliteit, een epileptische aanval uitlokken. Bij een goed gecontroleerde vorm van epilepsie is EMDR wél mogelijk, maar steeds na overleg en schriftelijke goedkeuring met de behandelend arts of neuroloog.

    ⚠️ 5. Lopende juridische procedures:

    Een andere mogelijke belemmering (hoewel niet altijd) voor traumaverwerking is de combinatie van een psychotherapeutisch traject met een actieve strafrechtelijke of burgerlijke procedure. Deze praktijk focust zich op psychologische begeleiding en verwerking, niet op de juridische afhandeling of invloed van dossiers. Hoewel emotionele ondersteuning en stabilisatie wel mogelijk zijn tijdens zo’n procedure, is het vaak niet aangewezen om in die fase actief traumaverwerkingswerk op te starten. Ervaring leert dat juridische trajecten:

    • de stabilisatiefase kunnen ondermijnen,
    • kunnen leiden tot heropflakkering herbelevingen, stagnatie of emotionele overbelasting,
    • en in sommige gevallen een destabiliserend effect hebben door contact (direct of indirect) met de dader of veroorzaker van het trauma.

    👉 Lees hier: “Waarom soms wachten met traumaverwerking tijdens juridische procedures"