Contact gegevens: cscholiers@me.com - +32 485 449 422 of +32 486 25 97 27
EMDR staat voor Eye Movement Desensitisation and Reprocessing – een therapievorm die eind jaren ’80 werd ontwikkeld door klinisch psychologe Dr. Francine Shapiro.
Aanvankelijk werd EMDR specifiek ingezet voor de behandeling van traumagerelateerde klachten, zoals PTSS (Posttraumatische Stressstoornis). Sindsdien is de methode wereldwijd erkend en verder ontwikkeld. Vandaag wordt EMDR ook succesvol toegepast in bredere therapeutische contexten, zoals bij angstklachten, verlieservaringen, faalangst.
De kracht van EMDR ligt in het versnellen van de verwerking van traumatische herinneringen. Door bilaterale stimulatie (zoals oogbewegingen, tikjes of geluiden) wordt het verwerkingsproces in het brein op gang gebracht. Vastgelopen herinneringen of overtuigingen die aan de basis liggen van angst, vermijding of blokkades, kunnen hierdoor loskomen, en worden op een nieuwe, veiligere manier geïntegreerd.
Bij enkelvoudige trauma’s (Type I) – zoals een ongeval, medisch trauma, geweldsincident of schokkend verlies – kan EMDR vaak zeer doeltreffend en relatief kortdurend worden ingezet. Wanneer er voldoende stabiliteit en draagkracht aanwezig is, biedt EMDR een krachtige manier om verwerking op gang te brengen, en terug ruimte te scheppen voor rust, veerkracht en hernieuwde innerlijke vrijheid.
Dr. Francine Shapiro's haar ontdekking van E.M.D.R begon eigenlijk heel toevallig.
Tijdens een wandeling in het park merkte Shapiro op dat haar stressvolle gedachten milder werden wanneer ze haar ogen ritmisch heen en weer bewoog, terwijl ze haar blik afwisselde tussen twee bomen. Geprikkeld door deze ervaring begon ze dit bewust bij zichzelf te onderzoeken: telkens wanneer ze dacht aan een beladen herinnering of zorg, volgde ze tegelijkertijd met haar ogen een afwisselende beweging. Tot haar verrassing merkte ze dat de lading op haar gedachten afnam.
Ze besloot haar observatie verder te testen bij kennissen en vrienden zonder psychiatrische aandoeningen. Ook daar bleek het effect positief.
Aangemoedigd door deze resultaten ontwikkelde Shapiro een eerste gestructureerde aanpak, genaamd EMD (Eye Movement Desensitization), en onderzocht ze de werking ervan bij mensen met een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS).
In 1989 publiceerde ze de resultaten in het Journal of Traumatic Stress: de deelnemers die EMD kregen, ervaarden een significante daling in stressniveaus vergeleken met de controlegroep die deze behandeling niet kreeg. Op basis van deze bevindingen verfijnde ze haar methode verder tot wat we vandaag kennen als EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). Ze paste de techniek aanvankelijk toe bij oorlogsveteranen met traumatische klachten, en in de jaren ’90 groeide EMDR uit tot een internationaal erkende behandelmethode voor een breed scala aan traumagerelateerde psychische aandoeningen.