Contact gegevens: cscholiers@me.com - +32 485 449 422 of +32 486 25 97 27
Structureel trauma verwijst naar diepgaande en langdurige traumatische ervaringen die plaatsvonden tijdens de kindertijd en adolescentie. Deze ervaringen kunnen variëren van emotionele verwaarlozing en fysieke of seksuele mishandeling tot complexe intergenerationele trauma's. Structureel trauma beïnvloedt niet alleen het individu op het moment van de gebeurtenis, maar laat een blijvende stempel achter op de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
Wanneer we spreken over persoonlijkheidskwetsuren, hebben we het over de blijvende psychologische en emotionele littekens die voortkomen uit deze vroege trauma's. Deze kwetsuren manifesteren zich vaak in allerlei gedrags- en communicatiepatronen die op latere leeftijd zichtbaar worden. Mensen kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met het onderhouden van gezonde relaties, kunnen kampen met gevoelens van chronische leegte of wanhoop, of vertonen wisselende stemmingen en identity issues.
De Invloed van Structureel Trauma op Persoonlijkheid:
Verstoring van Emotionele Regulatie: Structureel trauma kan leiden tot problemen bij het reguleren van emoties, resulterend in intense, onvoorspelbare stemmingen en moeite met het beheersen van impulsiviteit.
Negatief Zelfbeeld: Slachtoffers van structureel trauma worstelen vaak met een negatief zelfbeeld, gevoelens van schaamte, schuld en een gebrekkig gevoel van eigenwaarde.
Interpersoonlijke Moeilijkheden: Door vroeg trauma kunnen mensen moeite hebben met vertrouwen en intimiteit in relaties, wat kan leiden tot geïsoleerdheid of co-dependentie.
Cognitieve Vertekeningen: Structureel trauma kan ook leiden tot cognitieve vertekeningen, zoals overmatige waakzaamheid, zwart-wit denken en een neiging om anderen of zichzelf negatief te beoordelen.
Persoonlijkheidskwetsuren kunnen worden gezien als diepe, emotionele littekens, vaak ontstaan uit de moeilijke ervaringen en uitdagende relaties die we tijdens onze jeugd hebben meegemaakt. Voor veel mensen kunnen deze kwetsuren een blijvende impact hebben op hoe we denken, voelen en ons verhouden tot anderen. Als kind zijn we volledig afhankelijk van onze ouders of verzorgers voor liefde, zorg en veiligheid. Hoe zij op onze behoeften reageren, beïnvloedt fundamenteel ons zelfbeeld en het beeld dat we van anderen hebben. Stel je voor dat herhaaldelijke kritiek je als kind heeft geraakt; het kan maken dat je denkt dat er iets structureel fout is aan jou, ondanks dat dat niet de realiteit is.
Onze geest is als een fotoalbum vol herinneringen aan hoe we zijn behandeld. Sommige foto's stralen liefde en aandacht uit, terwijl anderen pijn, trauma en afwijzing weerspiegelen. Dit album vormt op haar beurt onze gids en blauwdruk in hoe we omgaan met anderen. Toch, als negatieve foto's overheersen, kunnen ze ons denkpatroon en gedrag negatief beïnvloeden, waardoor we deze patronen,- vaak onbedoeld en onbewust,- projecteren op onze huidige relaties.
Als kind missen we vaak de capaciteit om complexe emoties te begrijpen of te verwerken. Daardoor vereenvoudigen we de wereld om ons heen door verzorgers als 'zeer goed' of 'zeer slecht' te beoordelen - een proces dat bekendstaat als splitsing. Deze aanpak helpt ons emotioneel te navigeren, al is dat op een primitievere manier. Wanneer we zonder integratie van deze tegenstellingen volwassen worden, kan het ons moeilijk vallen anderen, en zelfs onszelf, genuanceerd te zien. Gezinnen met veel conflicten maken deze integratie vaak lastig, en kinderen leren deze cruciale vaardigheid dan niet aan. Dit kan leiden tot een voortzetting van de kinderlijke "splitsing" in ons volwassen leven.
Bij volwassenen kan deze blijvende "splitsing" zich uiten in kwetsuren zoals afhankelijkheid, borderline, theatrale en narcistische patronen. Het niet willen of kunnen erkennen van onze gevoelens leidt tot het beschuldigen van anderen voor emoties die we eigenlijk zelf bezitten. Deze projecties worden dan ook vaak 'blinde vlekken'. Bijvoorbeeld, als we boos zijn maar dat niet willen erkennen, krijgen we de indruk dat een vriend boos op ons is, terwijl dat niet zo is. Dergelijke misvattingen maken relaties lastig, omdat we de ander verkeerd inschatten.
Als we ouder worden, is het normaal om onze ervaringen tot een realistisch beeld van onszelf en anderen te combineren. Maar lukt dat niet, dan lopen we het risico met een gefragmenteerd zelfbeeld verder te gaan. Dat kan leiden tot moeite in relaties en emoties, wat zorgt voor veel innerlijke strijd en drama en psychisch lijden.
Afhankelijkheidspatronen in de Context van Onze "Objectrelaties" (Verzorgers):
Tijdens de vroege ontwikkelingsfase speelt de borst (of het voedende object) een cruciale rol in de vorming van objectrelaties. Als deze vroege zorg inconsistent of frustrerend is, kunnen kinderen deze ervaringen internaliseren als onderdeel van hun objectrelaties. Dit kan later in het leven leiden tot angst en conflicten, resulterend in afhankelijk gedrag zoals de idealisatie van het voedende object en afhankelijkheid van anderen voor zelfwaarde.
Deze orale patronen kunnen zich manifesteren als afhankelijkheid en behoeftigheid in relaties. Iemand met een oraal patroon kan voortdurend bevestiging en goedkeuring van anderen nodig hebben, overmatig kauwen, eten of roken als een manier om comfort te vinden, of zich aan anderen vastklampen uit angst voor afwijzing. Een volwassen persoon met een oraal patroon kan extreme afhankelijkheid vertonen en moeite hebben om op eigen benen te staan, wat vaak resulteert in onevenwichtige relaties.
Controle - en Autonomie patronen in de Context van Onze "Objectrelaties" (Verzorgers):
Tijdens de anale fase van ontwikkeling krijgen autonomie en controle een centrale rol. Als deze periode gepaard gaat met overmatige controle of straf, kunnen kinderen sterke gevoelens van schaamte en schuld ontwikkelen. Deze ervaringen worden geïnternaliseerd als onderdeel van hun objectrelaties, wat later kan leiden tot perfectionistisch en obsessief-compulsief gedrag.
Deze anale patronen kunnen zich manifesteren als een fixatie op controle, orde en netheid. Iemand met een anaal patroon kan obsessief-compulsieve neigingen vertonen, zoals een extreme behoefte aan orde, netheid en controle in hun omgeving. Ze kunnen ook schaamte en schuldgevoelens ervaren, wat leidt tot perfectionisme en rigiditeit. Een volwassen persoon met een anaal patroon kan bijvoorbeeld overdreven streng zijn voor zichzelf en anderen, starre routines volgen en moeite hebben met loslaten en ontspannen.
Otto Kernberg groepeert/de verschillende persoonlijkheidskwetsuren zoals borderline, narcistische, antisociale, histrionische en schizotypische binnen één bredere categorie vanwege de gemeenschappelijke aspecten die ze delen. Deze kwetsuren worden vaak gekenmerkt door een zwakke identiteitsintegratie, waardoor primitieve afweermechanismen de overhand krijgen, zoals splitting, manipulatie, idealisatie en devaluatie.
Bij persoonlijkheidskwetsuren binnen een "borderline-dynamiek" zijn deze kenmerken bijzonder uitgesproken. Individuen met deze dynamiek ervaren vaak sterke emotionele instabiliteit en disregulatie. Hun gevoelens kunnen snel omslaan en zijn moeilijk te beheersen, wat leidt tot intense reacties, vooral op afwijzing of verlating. De emotionele rollercoaster die zij ervaren draagt bij aan identiteitsdiffusie – een onduidelijk en wisselend zelfbeeld dat hen belemmert om stabiele relaties met zichzelf en anderen te ontwikkelen.
Een veel voorkomend mechanisme in deze dynamiek is splitting, waarbij mensen of situaties als compleet goed of slecht worden gezien. Dit dient als een afweermechanisme om interne angsten en conflicten te beheersen. De neigingen tot idealisatie en devaluatie horen hier ook bij, doordat individuen anderen kunnen verheerlijken of juist afbreken op basis van hun wisselende percepties. Dit vergroot de uitdaging om een consistent beeld van zichzelf en anderen te behouden, wat leidt tot intense en instabiele relaties – vaak gepaard met veel drama, ...
De kern van kwetsuren binnen een "borderline-dynamiek" komt vaak voort uit ernstige hechtingsproblematiek, onverwerkte jeugdtrauma's en inefficiënte en traumatische responsen op nood en zorg door primaire verzorgers – vaak zijn het de ouders en/of directe omgeving van de familie of opvoeders – die ervoor zorgen dat de emotionele structuur van het zelf en de identiteit wankel blijft. Deze uitdagingen leiden vaak tot overcompensatie, die zich op verschillende manieren kan manifesteren, afhankelijk van geslacht en culturele normen, wat in vroeger psychoanalytisch jargon wordt omschreven als "fallisch fixatie-gedrag."
Bij Vrouwen:
Bij Mannen:
Deze gedragspatronen worden soms nog versterkt door hypermasculiniteit, (bij mannen) de voortdurende drang om mannelijkheid te bewijzen. Dit komt tot uiting in de neiging om emoties te onderdrukken, - vooral die als kwetsbaar worden gezien, - en in het leggen van een extreme nadruk op fysieke kracht en agressie. Daarnaast wordt seksuele promiscuïteit soms gebruikt als een bewijs van mannelijkheid, terwijl alles wat als vrouwelijk wordt beschouwd, wordt vermeden of zelfs geminacht. Competitie, materialisme en status blijven hierbij centrale thema’s. Dit gedrag weerspiegelt dieperliggende sociale normen en persoonlijke en seksuele onzekerheden, en kan zowel schadelijk zijn voor henzelf als voor hun relaties.
Hyperfemininiteit zou kunnen worden gezien als een soortgelijk compensatiemechanisme binnen het kader van fallische fixatie, hoewel het niet helemaal identiek is. Net zoals hypermasculiniteit een overdreven nadruk legt op traditionele mannelijke rollen en gedragingen, omvat hyperfemininiteit het overdrijven van traditionele vrouwelijke kenmerken en rollen. Beide kunnen beschouwd worden als reacties op diepgewortelde onzekerheden en de behoefte om identiteit te valideren volgens maatschappelijke normen.
Kenmerken van Hyperfemininiteit kunnen omvatten:
Overdreven Nadruk op Uiterlijk: Sterk beklemtonen van fysieke aantrekkelijkheid, gebruik van cosmetica, en modieuze, vaak uitdagende kleding om aandacht of goedkeuring te krijgen.
Dramatische Emotionele Expressie: Een overdreven neiging om emoties uitbundig te tonen als een manier om sympathie, connectie of invloed te verwerven.
Submissieve Gedragingen: Overschatting van verzorgende, vriendelijke of passieve gedragingen om te voldoen aan culturele idealen van vrouwelijkheid of om relaties te behouden.
Sociale Manipulatie: Het strategisch gebruik van sociale charme, vleierij, of vertedering als middel om invloed uit te oefenen of doelen te bereiken.
Focussen op Relaties: Sterke nadruk op romantische en interpersoonlijke relaties als een primaire bron van zelfwaardering en identiteit.
Hoewel hyperfemininiteit niet per se identiek is aan fallische fixatie in de klassieke zin, kunnen beide natuurlijk worden bekeken als reacties op inadequaat zelfbeeld, waarbij de persoon zich vastklampt aan uiterlijke of gedragstechnische uitersten om zich te verdedigen tegen interne gevoelens van zwakte of onzekerheid.
Kortom, binnen de borderline-dynamiek zijn de uitdagingen aanzienlijk door de ingewikkelde dynamieken van emotionele instabiliteit, identiteitstwijfel, en onstabiele interpersoonlijke relaties. De nadruk ligt op inzicht en empathie, waarmee we deze kwetsuren beter kunnen begrijpen en effectieve ondersteuning kunnen bieden.
Narcistische Patronen in de Context van Onze "Objectrelaties" (Verzorgers):
Tijdens de fallische fase van ontwikkeling staan (geslachts)identiteit en machtsdynamieken centraal. Kinderen zijn in deze periode bezig met de ontwikkeling van hun zelfbeeld. Als deze ervaringen onbevredigend of traumatisch zijn, kunnen kinderen een opgeblazen zelfbeeld en narcistisch gedrag ontwikkelen als een defensieve reactie op onderliggende angst en onzekerheid voortkomend uit de negatieve ervaringen en afwijzing.
Patronen zoals een opgeblazen zelfbeeld, behoefte aan bewondering en een gebrek aan empathie voor anderen. Iemand met een fallisch-narcistisch patroon kan continu proberen te bewijzen dat hij of zij superieur is aan anderen, kritiek niet kunnen verdragen en anderen kleineren om zichzelf beter te voelen. Een volwassen persoon met een fallisch-narcistisch patroon kan impulsief en egocentrisch gedrag vertonen, wat leidt tot instabiele en oppervlakkige relaties.